English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word stone‐dead

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
tute senviva
🔗 You’ll be stone‐dead in a moment.
(late); ;
🔗 He’s dead, Jim.
(inanimate; lifeless; barren)
(clay; earthen; earthenware);
klei‐
;
van klei
;
(metalled; stony; adamant)
🔗 Crouched against the stone wall, he listened.
🔗 A stone, coming from nowhere, crashed into the ground at his feet.
(core; kernel; pit; gist; nub; pith; crux)
ŝtonumi
🔗 He was dragged outside the city and stoned to death.
🔗 A long time ago he told me he weighed 16 stone.

EnglishDutch
stone‐dead hartstikke dood; morsdood
dead absoluut; afgestorven; compleet; doden; dof; dood; doods; gestorven; gevoelloos; kapot; leeg; mat; ongevoelig; op; overleden; stilte; stroomloos; totaal; uitgedoofd; uitgeput; uitgestorven; uitgevallen; verloren; vlak; zeer
stone <gewichtsmaat>; gesteente; met stenen gooien naar; ontpitten; pit; steen; steentje; stenen; stenigen; van pitten ontdoen