Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word stenen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(bakstenen)
brika
(stenig);
stony
🔗 In een lus van zijn leren harnas stak een stenen bijl.
(kermen; kreunen; steunen)
groan
;
moan
🔗 Hij steende heviglik.
(baksteen; tichel)
🔗 Reith gooide een steen door de poort.

DutchEnglish
stenen brick; groan; moan; of stone; stone; stony
steen brick; stone