English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word stage race

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
race (run; dash; speed; sprint; stampede)	racen	kuregi
race (breed; stock; strain)	ras	raso
race	racen	vetkuri
race (clan; ethnic group; tribe; family; kin; kind; people; stock)	geslacht ; stam ; volksstam	gento
race	race ; wedloop	vetkuro
race	race ; wedloop ; wedren	vetkurado
stage (step)	etappe	etapo
stage (phase)	fase	fazo
🔗 Through it the white man could see the rough sides of the fissure extending to the level of the next terrace and he knew that the next stage of the descent was already as good as an accomplished fact.
stage	schouwtoneel ; toneel ; bühne	scenejo
stage (station; stop; terminal)	station	stacio
stage (stop; halting‐place; baiting‐place; stopping‐place; pull‐up; staging‐post)	pleisterplaats	haltejo
stage (cause; cause to take place; hold; organize; provoke)	beleggen ; houden ; teweegbrengen ; uitschrijven	okazigi
stage	stadium	stadio
stage	in scène zetten ; regisseren	scenigi
stage (assemble; erect; mount; set)	montéren ; zetten	munti

English	Dutch
stage race	⇆ etappewedstrijd
race	⇆ afkomst; ⇆ doorslaan; ⇆ gemberwortel; ⇆ geslacht; ⇆ harddraven; ⇆ jagen; ⇆ jakkeren; ⇆ laten lopen; ⇆ loop; ⇆ race; ⇆ racen; ⇆ racen met; ⇆ ras; ⇆ ren; ⇆ rennen; ⇆ sjezen; ⇆ snellen; ⇆ stam; ⇆ vliegen; ⇆ volksstam; ⇆ wedloop; ⇆ wedlopen; ⇆ wedren; ⇆ wedstrijd
stage	⇆ bühne; ⇆ ensceneren; ⇆ etappe; ⇆ fase; ⇆ in elkaar zetten; ⇆ in scène zetten; ⇆ monteren; ⇆ op touw zetten; ⇆ opvoeren; ⇆ pleisterplaats; ⇆ regisseren; ⇆ schouwtoneel; ⇆ stadium; ⇆ station; ⇆ steiger; ⇆ stellage; ⇆ ten tonele voeren; ⇆ toneel; ⇆ traject; ⇆ trap