English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word senior clerk

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(teller; assistant; shop‐assistant);
🔗 The clerk looked up and opened his mouth.
(scribe); ;
(recorder; registrar; actuary)
senior
;
van standing
senior
(superior; dominant; overwhelming; premium; supreme; top; upper; ascendant)
; ; ;
senior
(chief; main; major; principal; dominant; key; peak; prime; staple; premier)
hoofd‐

EnglishDutch
senior clerk eerste bediende
clerk ambtenaar; bediende; commies; geestelijke; geleerde; griffier; kantoorbediende; kantoorklerk; klerk; koster; schrijver; secretaris; voorzanger
senior eerstaanwezend; eindexamenkandidaat; hoger; hoofd‐; hoog; ouder; oudste; senior