English | Dutch |
---|
ply | ⇆ draad; ⇆ gebruiken; ⇆ hanteren; ⇆ heen en weer rijden; ⇆ heen en weer varen; ⇆ heen en weer vliegen; ⇆ in de weer zijn met; ⇆ laag; ⇆ plooi; ⇆ streng; ⇆ uitoefenen; ⇆ vouw; ⇆ werken met |
ply for customers | ⇆ snorren |
ply the oars | ⇆ roeien |
ply with questions | ⇆ met vragen bestoken |
radial ply tyre | ⇆ radiaalband |
pliable | ⇆ buigbaar; ⇆ buigzaam; ⇆ kneedbaar; ⇆ meegaand; ⇆ plooibaar; ⇆ rekkelijk; ⇆ vouwbaar |
pliant | ⇆ buigbaar; ⇆ buigzaam; ⇆ gedwee; ⇆ lenig; ⇆ makkelijk te beïnvloeden; ⇆ plooibaar; ⇆ soepel; ⇆ volgzaam |
three‐ply | ⇆ driedik; ⇆ driedraads |
two‐ply | ⇆ tweedraads; ⇆ tweelagig |