English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word operative

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
operative
(hand; labourer; worker; working man; workman)
;
operative
(agent; man)
operative
(functional; operational; in action)
funkcianta
(control; work; enable; implement; actuate)
(process)
operate
🔗 The Ukrainian air force has continued to operate despite Russian air superiority.

EnglishDutch
operative arbeider; detective; operatief; operative; rechercheur; relevantst; van kracht; voornaamst; werk‐; werkend; werkman; werkzaam
become operative in werking treden
inoperative buiten werking; niet van kracht; zonder uitwerking
operate bedienen; behandelen; besturen; bewerken; drijven; een operatie doen; een operatie uitvoeren; exploiteren; in beweging brengen; leiden; opereren; ten gevolge hebben; teweegbrengen; uitwerking hebben; van kracht zijn; werken; werken met