Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word bewerken

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(verwerken)
(cultiveren; bebouwen);
cultivate
🔗 Ik wilde de grond bezitten die ik bewerkte.
preparation
🔗 Na deze eerste bewerking werd het metaal naar Stone’s Hill vervoerd.
(aanpassing)
(aanpassing; adaptatie)
(bebouwing);
tillage
;
working
(uitwerking hebben);
🔗 Maar het werkte wel.
(gisten)
(arbeiden);
🔗 Er wordt hard en lang gewerkt.
works
;
;
🔗 Hij vroeg zich af of hij soms op de ruïnes van de beschaving keek die deze vreemde mensen gewrocht hadden te midden van de woeste omgeving van hun vreemde, wilde verblijfplaats.
(functioneren)
🔗 Maar de zagerij werkt nog!

DutchEnglish
bewerken adapt; belabour; bring about; canvass; cause; cultivate; culture; dress; edit; effect; engineer; fashion; influence; manipulate; operate; prepare; prime; process; procure; redact; revise; rewrite; shape; tamper with; till; tool; work; work up
bewerken tot work up into
met de vuisten bewerken pummel
bewerker adaptor; agent; artificer; author; editor; operator; promoter; worker; cause; compiler
bewerking adaptation; cultivation; editship; operation; preparation; priming; redaction; rewrite; tillage; version; tilth; working; dramatization; workmanship
werken act; function; labour; operate; put in; work; run; shift