English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word obstructive

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
obstruct
(bar; dam; exclude; block; stem)
;
obstruct
(hamper; stand in the way; choke; congest; balk)
;
obstruct
(halt; stop; end; hold; stem; stay; stall; arrest)
; ; ; ; ; ; ; ; ; ; ;

EnglishDutch
obstructive belemmerend; obstructie‐; obstructievoerend; verhinderend; versperrend; verstoppend
obstruct belemmeren; stremmen; verhinderen; versperren; verstoppen; zich verzetten tegen