English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word mount

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(assemble; erect; set; stage)
munti
(rise)
(aggrandize; get big; get large; grow big; grow large);
groot worden
(launch; float); ; ;
van stapel laten lopen
🔗 Some military analysts have been sceptical, however, about Russia’s ability to mount a large new offensive in the coming weeks.
(mountain)
(ascend; climb; scale)
🔗 He mounted winding stone stairs and at last came out on the roof of his castle Miir, high above the river Derna.
(ascend; climb; go up; arise); ;
naar boven gaan
; ; ;
🔗 Hungarian president Katalin Novák resigned on Saturday after coming under mounting pressure for pardoning a man convicted of helping to cover up sexual abuse in a children’s home.
mount an attack
(assault; attack; assail; rip; strafe; tackle; raid)
🔗 But T’sais had dismounted and came forward with her sword ready.
mountable
(climbable)
mounted
rajda
mounted
rajdanta
mounting
(ironwork; studs)
mounting
(assembly; composing; erecting; fitting up)
mounting
(ascent; climbing)
remount

EnglishDutch
mount beklimmen; berg; beslaan; bestijgen; een paard geven; een rijdier geven; fixeren; in scène zetten; inzetten; klimmen; klimmen op; laten opzitten; monteren; montuur; naar boven gaan; opgaan; op gaan; oplopen; opplakken; op rijden; opspannen; opstellen; opstijgen; op touw zetten; opzetten; opzitten; organiseren; plaatsen; prepareren; rijdier; rijpaard; stappen op; stijgen; te paard zetten; vatten; zetten
mount an attack een aanval inzetten
mount guard de wacht betrekken; de wacht hebben
mount guard over de wacht betrekken bij; de wacht hebben bij
mount in vatten in
mount up oplopen; stijgen
Sermon on the Mount Bergrede
dismount afstappen; afstijgen; demonteren; doen vallen; uit elkaar halen; uit het zdel werpen
mountable beklimbaar
mounted bereden; ingebouwd; te paard
mounting affuit; beklimming; beslag; montage; montering; montuur
remount remonte; remonteren; weer bestijgen; weer opstijgen