Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word stijgen

Dutch → English
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
info stijgen
verb
(opgaan; oprijzen; opstijgen; rijzen; wassen; zich verheffen; de hoogte in gaan)
info ascend
verb
;
info go up
verb
;
info rise
verb
info leviĝi
verb
info stijgen
verb
(rijzen)
info advance
verb
;
info ascend
verb
;
info go up
verb
;
info increase
verb
info stijgen
verb
(aangroeien; groeien; toenemen)
info increase
verb
;
info rise
verb
info pliiĝi
verb
info stijgen
verb
(bestijgen; klimmen; naar boven gaan; opgaan; opstijgen; rijzen; omhooggaan)
info ascend
verb
;
info climb
verb
;
info go up
verb
;
info mount
verb
info stijgen
verb
info ascend
verb
info ascendi
unknown part of speech
info deĉevaliĝi
unknown part of speech
(afgaan; afstappen)
info leave
verb
info deiri
verb
(klimmen; naar boven gaan; opgaan; opstijgen; stijgen; omhooggaan)
info ascend
verb
;
info mount
verb
(in een auto stappen; instappen)
info get in
verb
;
info get into a car
verb
info take flight
verb
;
info take wing
verb
info ekflugi
verb
info soar
verb
info sori
unknown part of speech
(opgaan; oprijzen; rijzen; stijgen; wassen; zich verheffen; de hoogte in gaan)
info ascend
verb
;
info go up
verb
;
info rise
verb
info leviĝi
verb
(bestijgen; klimmen; naar boven gaan; opgaan; rijzen; stijgen; omhooggaan)
info ascend
verb
;
info go up
verb
;
info mount
verb
(overtreffen; te boven gaan)
info surpass
verb
info superi
verb
info stijgbeugel
common noun
info stirrup
common noun
info piedingo
unknown part of speech
info stijgijzer
common noun
info crampon
common noun
info krampono
unknown part of speech
info stijging
common noun
(opgang; opkomst; opstijging; was)
info rise
common noun
info leviĝo
common noun
info stijging
common noun
(opgang)
info ascent
common noun
info supreniro
unknown part of speech
(uitstappen)
info alight
adjective
;
info get out
verb
info eliri
verb
info uitstijgen
common noun
info exodus
common noun
info elirado
unknown part of speech
DutchEnglish
stijgenadvance; appreciate; ascend; be in the ascendant; be on the rise; be on the upgrade; climb; go up; increase; look up; mount; mount up; rise; rising
afstijgenalight; dismount; light; get off; go down
bestijgenaccede to; ascend; mount
opstijgenascend; go up; lift off; mount; take the air; rise; take off; hop off
overstijgencut across; surpass; go beyond
stijgbeugelstirrup; stapes
stijgijzercrampon; climbing iron
stijgingadvance; appreciation; ascension; increase; lift; rise; rising; uptick
stijgwindupwind
uitstijgenalight; get out