English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word junior clerk

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(teller; assistant; shop‐assistant);
🔗 The clerk looked up and opened his mouth.
(scribe); ;
(recorder; registrar; actuary)
junior
(future; young)
debutanta

EnglishDutch
junior clerk jongste bediende
clerk ambtenaar; bediende; commies; geestelijke; geleerde; griffier; kantoorbediende; kantoorklerk; klerk; koster; schrijver; secretaris; voorzanger
junior aankomend; in de lagere klassen; jonger; jongere; jongste; jongste bediende; junior; lager; mindere; miniem; ondergeschikte; schoolkind; voor de lagere klassen