English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word junior

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
junior
(future; young)
debutanta

EnglishDutch
junior aankomend; in de lagere klassen; jonger; jongere; jongste; jongste bediende; junior; lager; mindere; miniem; ondergeschikte; schoolkind; voor de lagere klassen
he is ten years my junior hij is tien jaar jonger dan ik
junior clerk jongste bediende
junior high school middenschool
junior man aankomend bediende
junior partner jongste vennoot
junior school basisschool