English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word gross profit

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(extreme; dire; dramatic; ultra; abject);
🔗 To say this is nonsense would be a gross understatement
(nasty; foul; lousy; low; lowlife; sleazy); ; ; ; ; ;
(draught; rough)
malneta
bruto‐
kuntara
(benefit; gain; win; advantage); ; ;
(gain; benefit; take advantage of)
🔗 Most will just be trying to find safety, but others will be looking for a way to profit from the confusion.
(gain; benefit); ; ; ;
(gain; win; accrue); ;
🔗 I can only profit.

EnglishDutch
gross profit brutowinst
gross bruto; bruto verdienen; dik; een brutowinst hebben van; erg; flagrant; grof; groot; gros; lomp; onbeschoft; onzuiver; ruw; schromelijk; scromelijk
profit baat; baten; gewin; goed doen; helpen; nut; profijt; profiteren; verdienste; voordeel; voordeel afwerpen voor; winst; zijn voordeel doen