English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word flashgun

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
flash
(blink)
;
flash
; ;
schicht
flash
(thunderbolt)
schicht
(rifle)
(firearm)
(pistol)

EnglishDutch
flashgun flitsapparaat; flitser
flash blikkeren; bliksemen; boeventaal; doen flikkeren; flikkeren; flikkering; flits; flitsen; flitser; geflikker; geuren met; lichtflits; nieuwsflits; opflikkering; opvlammen; opwelling; opzichtig; overseinen; plotseling; potloodventen; schicht; schieten; schitteren; seinen; steekvlam; straal; vlaag; voortschieten; zaklantaarn
gun geweer; jagen; jager; kanon; pistool; revolver; saluutschot; schieten; schietgeweer; spuit; spuitpistool; stuk; vuurwapen