English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word dead march
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(late) | ; ; | |
🔗 He’s dead, Jim. | ||
(inanimate; lifeless; barren) | ||
(parade; march past) | ||
(walk; ambulate) | ||
🔗 She marched forward, ducked under the larch, pushed open the door. | ||
(walk) |
English | Dutch |
---|---|
dead march | ⇆ treurmars |
dead | ⇆ absoluut; ⇆ afgestorven; ⇆ compleet; ⇆ doden; ⇆ dof; ⇆ dood; ⇆ doods; ⇆ gestorven; ⇆ gevoelloos; ⇆ kapot; ⇆ leeg; ⇆ mat; ⇆ ongevoelig; ⇆ op; ⇆ overleden; ⇆ stilte; ⇆ stroomloos; ⇆ totaal; ⇆ uitgedoofd; ⇆ uitgeput; ⇆ uitgestorven; ⇆ uitgevallen; ⇆ verloren; ⇆ vlak; ⇆ zeer |
march | ⇆ afmars; ⇆ betogen; ⇆ demonstratie; ⇆ demonstreren; ⇆ gang; ⇆ grens; ⇆ grensgebied; ⇆ laten marcheren; ⇆ loop; ⇆ marcheren; ⇆ mark; ⇆ mars; ⇆ opmarcheren; ⇆ opmars; ⇆ oprukken; ⇆ optrekken; ⇆ stappen; ⇆ tocht; ⇆ trekken; ⇆ trekken naar; ⇆ uitrukken; ⇆ verloop; ⇆ voortgang |