English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word bomb‐proof

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
bomb‐proof
🔗 The bomb had left a hole big enough to hide an apartment house.
(token; evidence)
🔗 What proof do you have, Talene?

EnglishDutch
bomb‐proof bomvrij
bomb bom; bom duiten; bombardementen uitvoeren; bombarderen; floppen; hit; klapper; op een mislukking uitlopen; zakken
proof beproefd; bestand; bewijs; blijk; drukproef; gehalte; ondoordringbaar maken; proef; proefdruk; proefvel; staaltje; sterktegraad; vuurvast maken; waterdicht maken