English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word bandage

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
;
zwachtel
🔗 With an angry shake of his head he finished tying the bandage around Tam’s chest.
(wind up; wrap; swathe)
vindi
(swathe)
zwachtel
; ; ;

EnglishDutch
bandage band; bandage; blinddoek; blinddoeken; inzwachtelen; omzwachtelen; verband; verbinden; zwachtel; zwachtelen
extension bandage rekverband
first‐aid bandage noodverband
gauze bandage gaasverband
pressure bandage drukverband
suspensory bandage suspensoir
bandaging verbinding
cross‐bandage kruisverband