Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word omzwachtelen
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(inzwachtelen; verbinden; zwachtelen) | ||
(inzwachtelen; omzwachtelen; verbinden) | ||
🔗 Ze knielde nog steeds naast Benedict, maar ze had zijn arm gezwachteld en hij zat nu overeind. |
Dutch | English |
---|---|
omzwachtelen | ⇆ bandage; ⇆ bandage up; ⇆ swaddle; ⇆ swathe |
zwachtelen | ⇆ bandage; ⇆ bandage up; ⇆ swathe |