Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word wijdopen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(wijd);
broadly
;
extensively
;
sweepingly
;
vaste
🔗 De deur is open, maar niet voor lange tijd.
(onverholen; rondborstig);
overt
(leeg; onbezet; vrij);
(onbedekt)
🔗 Het postkantoor was nog open.
wijd
(breed)
;
wijd
(slobberig)
;
malstrikta
wijd
(wijdopen)
vaste
wijd
(breedvoerig; groot; royaal; ruim; uitgebreid; uitgestrekt)
spacious
; ;

DutchEnglish
wijdopen full cock; wide; wide open
open above‐board; barely; blank; bleak; demonstrative; exposed; free; ope; open; open‐ended; overt; patent; unsealed; vacant; up‐front; sore; sliding; openly
wijd ample; amply; broad; expansive; loose; roomy; spacious; wide; widely