Information about the word groot (Dutch → Esperanto: vasta)

Synonyms: breedvoerig, royaal, ruim, uitgebreid, uitgestrekt, wijd, extensief

Part of speechadjective
Pronunciation/ɣrot/
Hyphenationgroot

Degrees of comparison

Positivegroot
Comparativegroter
Superlativegrootst

Declension

 PositiveComparativeSuperlative
Predicativegrootgroter(het) grootst, (het) grootste
AttributiveIndefiniteMasculine and feminine pluralgrotegroteregrootste
Indefinite singulargrootgrotergrootst
Pluralgrotegroteregrootste
Definitegrotegroteregrootste
Partitivegrootsgroters 

Translations

Catalanfolgat; vast
Czechrozsáhlý; široký; širý
Danishrummelig
Englishspacious; vast; wide
Esperantovasta
Faeroeserúmur; víður
Finnishavara
Frenchample; étendu; large
Germanausgedehnt; geräumig; weit
Hungarianszéles
Icelandicrúmgóður; víður
Latinamplus; latus
Norwegianvid; romslig
Portugueseamplo; espaçoso; extenso; grande; lato
Saterland Frisianruum; ruumelk; uutdiend; wied
Spanishamplio; vasto
Swedishrymlig; vid