Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word vleesplank
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
| (schap) | ||
🔗 Helemaal beneden nam ik een lantaarn van de plank. | ||
| ; plank | ||
🔗 Zonder verder aandringen rende Sabriël de plank over, met Mogget achter zich aan. | ||
🔗 „Heer ridder,” zei de kluizenaar, „uw gedachten zijn die des vlezes.” | ||
🔗 Het was haar vlees en haar bloed dat hij verlangde, haar prachtig lichaam, hare schoonheid, die zijn grove ziel vervuld hadden met razernij. | ||
🔗 Het vlees is heel smakelijk. | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| vleesplank | ⇆ carving board; ⇆ chopping‐board; ⇆ trencher |
| plank | ⇆ batten; ⇆ board; ⇆ plank; ⇆ shelf |
| vlees | ⇆ flesh; ⇆ meat; ⇆ pulp |