Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word verzamelbundel
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(bos; wis) | ; ; faggot | |
(garf; garve; schoof) | ||
; | ||
; | ||
assemble | ||
🔗 Het wordt tijd al onze mannen te verzamelen en het zullen er nog te weinig zijn als wij het kasteel van Reginald Front‐de‐Boeuf moeten bestormen. | ||
; assemble | ||
(samenvoegen) | ||
(inzamelen; zamelen; vergaren; bijeengaren; bijeenzamelen) | ||
🔗 De mensen bleven zolang zij nog maar enig voedsel hadden en trachtten in de jungle noten te verzamelen. | ||
🔗 Hij verzamelde er planten en insecten en had een buitengewoon grote belangstelling voor de natuur in Suriname. |
Dutch | English |
---|---|
verzamelbundel | ⇆ miscellany |
bundel | ⇆ beam; ⇆ bolt; ⇆ bundle; ⇆ faggot; ⇆ fardel; ⇆ truss; ⇆ volume; ⇆ wisp; ⇆ sheaf; ⇆ swag |
verzamelen | ⇆ aggregate; ⇆ assemble; ⇆ collect; ⇆ compile; ⇆ congregate; ⇆ cull; ⇆ garner; ⇆ gather; ⇆ gather up; ⇆ glean; ⇆ muster; ⇆ put together; ⇆ rake; ⇆ rake up; ⇆ rally; ⇆ store; ⇆ store up |