English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word rake
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
rake | rasti | |
rake | ||
rake (enfilade; strafe) | in de lengte beschieten | |
muck‐rake (dung‐fork; muck‐fork) | sterkoforko |
English | Dutch |
---|---|
rake | ⇆ aanharken; ⇆ aflopen; ⇆ bijeenschrapen; ⇆ boemelaar; ⇆ hark; ⇆ harken; ⇆ krabber; ⇆ lichtmis; ⇆ losbol; ⇆ pierewaaier; ⇆ rakelen; ⇆ rakelijzer; ⇆ riek; ⇆ roué; ⇆ schrapen; ⇆ schuin doen staan; ⇆ schuin laten aflopen; ⇆ schuinsmarcheerder; ⇆ schuin staan; ⇆ schuinte; ⇆ verzamelen |
as lean as a rake | ⇆ broodmager |
lawn rake | ⇆ grashark |
rake around | ⇆ afzoeken; ⇆ bestrijken; ⇆ de blik laten gaan over; ⇆ doorsnuffelen; ⇆ doorzóéken; ⇆ enfileren; ⇆ óverzien |
rake in | ⇆ opstrijken |
rake over | ⇆ aanharken; ⇆ herkauwen; ⇆ oprakelen |
rake through | ⇆ afzoeken; ⇆ bestrijken; ⇆ de blik laten gaan over; ⇆ doorsnuffelen; ⇆ doorzóéken; ⇆ enfileren; ⇆ óverzien |
rake up | ⇆ aanharken; ⇆ bijeenharken; ⇆ bijeenrijven; ⇆ bijeenschrapen; ⇆ oprakelen; ⇆ verzamelen |
rake up a forgotten affair | ⇆ een oude geschiedenis oprakelen |
rake up old stories | ⇆ oude koeien uit de stal halen |
muck‐rake | ⇆ mestvork; ⇆ schandalen onthullen; ⇆ vuile zaakjes uitpluizen; ⇆ vuilspuiten |
raker | ⇆ harker; ⇆ harkmachine; ⇆ loet; ⇆ rakelijzer |
rakish | ⇆ achteroverhellend; ⇆ losbandig; ⇆ schuin aflopend; ⇆ zwierig |