Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word vaarboom
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 Bomen of banken stonden er niet. | ||
(baar; paal; schacht; schaft; spijl; staaf; stang) | ; ; | |
🔗 Hij zag de rood‐witte bomen al. | ||
🔗 Uit de cijfers blijkt ook dat de boom van de huizenmarkt alleen maar toe lijkt te nemen. | ||
(navigeren) | navigate | |
🔗 Dat hoef je ook niet te doen, als je op de Yazilissa vaart. | ||
fern | ||
🔗 Vooral varens doen het opmerkelijk goed. | ||
🔗 Hoe ben jij gevaren? | ||
(gaan) | ; | |
🔗 Reizigers, waar komt ge vandaan en waarheen vaart ge? |
Dutch | English |
---|---|
vaarboom | ⇆ barge‐pole; ⇆ punting‐pole; ⇆ punt pole |
boom | ⇆ bar; ⇆ beam; ⇆ boom; ⇆ tree; ⇆ punting‐pole; ⇆ barrier; ⇆ shaft; ⇆ pole |
varen | ⇆ boat; ⇆ bracken; ⇆ brake; ⇆ fare; ⇆ fern; ⇆ navigate; ⇆ osmund; ⇆ range; ⇆ sail; ⇆ sailing; ⇆ leave |