Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word uitstromen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Intussen ziet hij de voorzitter zich mengen tussen de uitstromende reizigers, speurend naar iemand die er als een schrijver uitziet.
(lopen; vlieten; vloeien); ;
🔗 De rivier stroomde in een wijde bocht om de heuvel heen.
(op; van; vanuit);
🔗 Hij liep snel het hotel uit.
(aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens); ; ;
🔗 Dat deed hij uit berekening.
(over; voort; weg; verwijderd);
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit.
;
🔗 De lampen waren uit.

DutchEnglish
uitstromen emanate; escape; flow out; gush; gush out; issue; issue forth; issue out; pass out; stream forth
uitstromen in flow into
stromen course; flock; flow; gush; pour; surge; run; rush; stream
uit done; for; forth; off; out; out of; over; through; in a spirit of; from; from among; in