Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word uitslijpen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(eroderen; uitschuren)
erode
(aanzetten; scherpen; wetten)
sharpen
;
whet
🔗 Trouwens, de figuur die dat mes zat te slijpen, is verdwenen.
facet
ŝlifi
(snijden)
🔗 Ik heb nog nooit van m’n leven een diamant geslepen, lieveling.
(op; van; vanuit);
🔗 Hij liep snel het hotel uit.
(aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens); ; ;
🔗 Dat deed hij uit berekening.
(over; voort; weg; verwijderd);
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit.
;
🔗 De lampen waren uit.

DutchEnglish
uitslijpen erode; grind out; wear out
slijpen cut; edge; grind; polish; whet; sharpen
uit done; for; forth; off; out; out of; over; through; in a spirit of; from; from among; in