Information about the word uitslijpen (Dutch → Esperanto: erozii)

Synonyms: eroderen, uitschuren

Part of speechverb

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) uitslijp(ik) uitsleep
(jij) uitslijpt(jij) uitsleep
(hij) uitslijpt(hij) uitsleep
(wij) uitslijpen(wij) uitslepen
(jullie) uitslijpen(jullie) uitslepen
(gij) uitslijpt(gij) uitsleept
(zij) uitslijpen(zij) uitslepen
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) uitslijpe(dat ik) uitslepe
(dat jij) uitslijpe(dat jij) uitslepe
(dat hij) uitslijpe(dat hij) uitslepe
(dat wij) uitslijpen(dat wij) uitslepen
(dat jullie) uitslijpen(dat jullie) uitslepen
(dat gij) uitslijpet(dat gij) uitslepet
(dat zij) uitslijpen(dat zij) uitslepen
Participles
Present participlePast participle
uitslijpend, uitslijpende(hebben) uitgeslepen

Translations

Englisherode
Esperantoerozii
Germanerodieren
Portuguesecarcomer; corroer; erodir