Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word uitnemen
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(pakken; vatten) | ; | |
🔗 Wild nam hij haar. | ||
(aannemen; aanvaarden; ontvangen) | ; ; | |
🔗 Maar Caroline Crale nam dat zomaar niet. | ||
🔗 Dadelijk greep hij ernaar en nam gulzig een paar grote slokken. | ||
🔗 Hij dreigde ons met zijn revolver en nam de koffer. | ||
(doen) | ||
🔗 President Erdoğan zegt dat maatregelen zijn genomen om de daders zo snel mogelijk te arresteren. | ||
(op; van; vanuit) | ; | |
🔗 Hij liep snel het hotel uit. | ||
(aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens) | ; ; ; | |
🔗 Dat deed hij uit berekening. | ||
(over; voort; weg; verwijderd) | ; | |
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit. | ||
; | ||
🔗 De lampen waren uit. | ||
uitneembaar | detachable | malmuntebla |
Dutch | English |
---|---|
uitnemen | ⇆ take out |
nemen | ⇆ carry; ⇆ get; ⇆ have; ⇆ make; ⇆ negotiate; ⇆ retain; ⇆ take; ⇆ shoot; ⇆ take out; ⇆ capture; ⇆ engage; ⇆ book; ⇆ fool; ⇆ take in; ⇆ cheat; ⇆ do |
uit | ⇆ done; ⇆ for; ⇆ forth; ⇆ off; ⇆ out; ⇆ out of; ⇆ over; ⇆ through; ⇆ in a spirit of; ⇆ from; ⇆ from among; ⇆ in |
uitneembaar | ⇆ removable; ⇆ detachable |