English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word removable

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
removable (detachable)	afneembaar	forprenebla
remove (discharge; dismiss; fire; sack; oust; expel; jilt; bounce; chuck; ditch; give the push; send packing; give the sack; give the boot; give the mitten)	ontslaan	eksigi
remove (depose; dismiss; oust; unseat; remove from office)	afzetten	eloficigi
remove (abstract; take away; seize; take)	weghalen ; wegnemen	forpreni
🔗 Mr. Šefčovič said the agreement had removed “one big obstacle” from the trade talks, and would create “positive momentum” for the negotiators.
remove (get rid of; dispense with; rid)	opruimen ; verwijderen	forigi

English	Dutch
removable	⇆ afneembaar; ⇆ afzetbaar; ⇆ uitneembaar; ⇆ verplaatsbaar
irremovable	⇆ onafzetbaar; ⇆ onverplaatsbaar
remove	⇆ afhalen; ⇆ afstand; ⇆ afvoeren; ⇆ afzetten; ⇆ bevorderen; ⇆ bevordering; ⇆ graad; ⇆ ontslaan; ⇆ opheffen; ⇆ opruimen; ⇆ overbrengen; ⇆ overgang; ⇆ overplaatsen; ⇆ uit de weg ruimen; ⇆ uittrekken; ⇆ uitwissen; ⇆ verdragen; ⇆ verdrijven; ⇆ verhuizen; ⇆ verleggen; ⇆ verplaatsen; ⇆ verschuiven; ⇆ verwijderen; ⇆ verzetten; ⇆ wegbrengen; ⇆ weghalen; ⇆ wegmaken; ⇆ wegnemen; ⇆ wegzenden