Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word tussenvoegen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(inlassen)
intersperse
(interpoleren)
interpolate
(onder); ;
🔗 Even later stonden wij tussen twee huizen.
tussenvoeging
(interpolatie)
interpolation
(betamen; passen)
befit
(betamen; conveniëren; gelegen komen; passen; schikken; uitkomen)

DutchEnglish
tussenvoegen insert; intercalate; interpolate
tussen among; amongst; between; betwixt; ’tween; ’twixt
tussengevoegd interjectional; interjectory; interpolated; inserted
tussenvoeging interpolation; intercalation; insertion
tussenvoegsel infix; insertion; interpolation
voegen accommodate; become; befit; beseem; joint; merge; point; suit; add; flush