Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word terugroepen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
;
call back
🔗 Door Cartwrights stem werd hij tot de werkelijkheid teruggeroepen.
(huilen)
howl
;
hoot
;
yowl
;
wail
ululi
;
summon
; ;
🔗 „Wie is daar?” riep de wachter.
(achteruit);
🔗 Maar hij begreep dat hij nu niet meer terug kon.
returne
🔗 Maar nu was hij terug en hij zou dat nu gaan doen.

DutchEnglish
terugroepen call back; call off; recall; recapture
in het geheugen terugroepen recall to mind; recapture the past
roepen call; call in; clamour; cry; whoop; shout; summon; send for
terug aback; avaunt; back; backward; backwards; ago
terugroeping recall