Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word te hulp snellen
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
🔗 En hulp kunnen we heus wel gebruiken! | ||
| (assistentie) | ; ; support ; | |
🔗 Geef hem alle hulp waar hij om vraagt en oordeel zelf maar hoever je jullie onderlinge verhouding wilt laten gaan. | ||
| (helper; assistent) | ||
| (helper) | ; | |
| (assistentie; bijstand) | ; ; | |
🔗 Ik heb je hulp nodig. | ||
🔗 De hulp van de opdrachtgever kreeg 16 jaar cel. | ||
| (hardlopen; hollen; rennen) | ||
🔗 Hij begreep dat de Seneca’s erover snelden. | ||
| (ijlen; jagen; zich spoeden; zich haasten; stuiven) | ; ; | |
🔗 Hij snelde naar buiten en keek omhoog langs de rotswand. | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| te hulp snellen | ⇆ hasten to the rescue; ⇆ run to the rescue |
| hulp | ⇆ aid; ⇆ assistance; ⇆ auxiliary; ⇆ avail; ⇆ help; ⇆ helpmate; ⇆ helpmeet; ⇆ relief; ⇆ succour; ⇆ support; ⇆ stand‐by |
| snellen | ⇆ beetle; ⇆ career; ⇆ fleet; ⇆ fly; ⇆ post; ⇆ race; ⇆ speed; ⇆ run; ⇆ rush; ⇆ scud; ⇆ skitter; ⇆ hasten |