Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word stroomaf

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(gereed; klaar)
🔗 Maar het portret is nog niet af.
(van; van … af)
de sur
🔗 Hij vluchtte de berg af.
(loop; stroming); ;
(rivier);
🔗 Men moest dan ook over houten bruggen de Muddy, de Green en andere stromen passeren.
(beek)
🔗 Hij stapte in de stroom, die hij struikelend volgde.
🔗 Meer dan een miljoen mensen zitten zonder stroom.

DutchEnglish
stroomaf down‐river; downstream; down the river
af down; exeunt; out of play; off; finished; out
stroom afflux; affluxion; current; drift; flood; flow; flush; flux; gush; influx; inundation; juice; power; rash; river; spate; stream; tide; torrent; rush; shower; volley