Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word spelleider

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
spelleider
stage‐manager
;
director
(voorman)
🔗 Deze zevende man―dat was wel duidelijk―was de leider van het geheel.
duct
(aanvoerder; baas; chef; hoofd; hoofdman); ; ; ;
🔗 Nu was hij de echte leider van het avontuur geworden.
playing
🔗 Wat denkt u van het spel, meneer Bol?

DutchEnglish
spelleider drama producer; games‐master; quizmaster
leider boss; captain; chief; conductor; director; executive; guide; head; kingpin; leader; manager; moderator; protagonist; spearhead
spel acting; business; deck; game; hand; pack; play; stage business; sport; set; gaming; playing