Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word scherpheid

Dutch	English (translated indirectly)	Esperanto
scherpheid	sharpness	akreco
scherp (vinnig; bijtend)	strident	akra
🔗 De Amerikaanse president Bill Clinton heeft gisteren van zijn Chinese gastheren een scherpe terechtwijzing gekregen, nadat hij in het openbaar zijn mening gaf over de aanhouding van enkele Chinese dissidenten.
scherp	pungent ; acrid	acerba
scherp (fel; schril; vinnig; schel)	sharply ; incisively	akre
🔗 Ik had het min of meer scherp gezegd.
scherp	sharp ; keen ; poignant ; pungent ; acrimonious	akra
🔗 Haal een scherp mes.
scherp	acute ; sharp	akuta
🔗 Na een scherpe bocht voelde hij een gesloten deur voor zich, en toen hij een beetje rondgetast had, voelde hij de oude klink.
scherp	corrosive	koroda
scherp (hard)	bleak ; stark	malmilda
scherp (bijtend)	biting	morda
scherp (juist; precies; stipt)	sharp	precize
🔗 En iedereen luisterde scherp.
scherp (juist; precies; stipt)	strict	preciza
scherp (heet; pittig)	nutty	spiceca
scherp (snerpend; snijdend; vlijmend)	sharp ; trenchant	tranĉa

Dutch	English
scherpheid	⇆ acerbity; ⇆ acrimoniousness; ⇆ acrimony; ⇆ acuity; ⇆ harshness; ⇆ keenness; ⇆ poignancy; ⇆ pungency; ⇆ sharpness; ⇆ trenchancy
scherp	⇆ abrasive; ⇆ acerbic; ⇆ acid; ⇆ acrid; ⇆ acrimonious; ⇆ acrimoniously; ⇆ acute; ⇆ arrowy; ⇆ astringent; ⇆ biting; ⇆ caustic; ⇆ clean; ⇆ cutting; ⇆ edge; ⇆ edged; ⇆ fiery; ⇆ hard; ⇆ harsh; ⇆ hot; ⇆ in focus; ⇆ incisive; ⇆ keen; ⇆ keen‐witted; ⇆ keenly; ⇆ live; ⇆ mordant; ⇆ nice; ⇆ nicely; ⇆ nippy; ⇆ peaked; ⇆ penetrating; ⇆ penetrative; ⇆ peppery; ⇆ piercing; ⇆ piercingly; ⇆ pointed; ⇆ pungent; ⇆ quick; ⇆ sharp; ⇆ strident; ⇆ tangy; ⇆ tart; ⇆ trenchant; ⇆ shrewd; ⇆ tight; ⇆ vitriolic; ⇆ incisively; ⇆ poignant; ⇆ sharp‐cut; ⇆ brisk; ⇆ strict; ⇆ close; ⇆ searching; ⇆ sharply; ⇆ closely

Dutch

English

scherpheid

⇆ acerbity; ⇆ acrimoniousness; ⇆ acrimony; ⇆ acuity; ⇆ harshness; ⇆ keenness; ⇆ poignancy; ⇆ pungency; ⇆ sharpness; ⇆ trenchancy

scherp

⇆ abrasive; ⇆ acerbic; ⇆ acid; ⇆ acrid; ⇆ acrimonious; ⇆ acrimoniously; ⇆ acute; ⇆ arrowy; ⇆ astringent; ⇆ biting; ⇆ caustic; ⇆ clean; ⇆ cutting; ⇆ edge; ⇆ edged; ⇆ fiery; ⇆ hard; ⇆ harsh; ⇆ hot; ⇆ in focus; ⇆ incisive; ⇆ keen; ⇆ keen‐witted; ⇆ keenly; ⇆ live; ⇆ mordant; ⇆ nice; ⇆ nicely; ⇆ nippy; ⇆ peaked; ⇆ penetrating; ⇆ penetrative; ⇆ peppery; ⇆ piercing; ⇆ piercingly; ⇆ pointed; ⇆ pungent; ⇆ quick; ⇆ sharp; ⇆ strident; ⇆ tangy; ⇆ tart; ⇆ trenchant; ⇆ shrewd; ⇆ tight; ⇆ vitriolic; ⇆ incisively; ⇆ poignant; ⇆ sharp‐cut; ⇆ brisk; ⇆ strict; ⇆ close; ⇆ searching; ⇆ sharply; ⇆ closely