English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word biting

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
biting
(caustic; acrimonious)
biting
mordanta
biting
;
morda
biting midge
ceratopogonido
biting stonecrop
(wall‐pepper; goldmoss stonecrop; mossy stonecrop; goldmoss sedum; wallpepper)
(bite at; rise; rise to the bait; take; take the bait)
allogaĵmordi
(rise to the bait; take the bait; rise; take);
ekmordi
;
🔗 It might bite him.
; ;
(mordant; stain; wood‐dye; wood‐stain)

EnglishDutch
biting bar; bijtend; bits; nijpend; pinnig; scherp; snerpend; snijdend; vinnig; vlijmend
biting midge knut
bite aanbijten; beet; bijten; bijten in; bijten op; eten; grip krijgen; hap; hapje; happen; happen in; iets bijtends; iets pikants; inbijten; knauw; pakken; snerpen; toebijten; toehappen; zich doen voelen
nail‐biting nagelbijten