Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word regeringsleider

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(voorman)
🔗 Deze zevende man―dat was wel duidelijk―was de leider van het geheel.
duct
(aanvoerder; baas; chef; hoofd; hoofdman); ; ; ;
🔗 Nu was hij de echte leider van het avontuur geworden.
(gouvernement; overheid)
🔗 De regering overweegt de noodtoestand op Madeira uit te roepen, voegde hij eraan toe.
(bestuur; bewind; heerschappij; besturen);
🔗 Na een regering van veertig jaar stierf Kyaxares.

DutchEnglish
regeringsleider PM; premier; prime minister
leider boss; captain; chief; conductor; director; executive; guide; head; kingpin; leader; manager; moderator; protagonist; spearhead
regering administration; government; ministry; regimen; reign; rule