Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word reden
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(grond; waarom; oorzaak) | ; ; ; motive | |
🔗 Er zijn twee redenen voor. | ||
(omdat; daar) | ||
(drijfveer; motief) | motive ; | |
🔗 Mijn beweegreden heb ik al uiteengezet. | ||
(sofisme) | sophism ; fallacy | |
(ree) | ; moorage ; mooring ; | |
🔗 Op de rede van Olehleh zag ik eens hoe een inlandse kwartiermeester door haaien werd opgegeten. | ||
roads ; roadstead | ||
🔗 Langzaam reden wij langs het water verder. | ||
🔗 De volgende morgen immers zou er een tocht worden gereden van Haarlem naar Hoorn en van Hoorn weer terug naar Haarlem, samen een goede 120 km. | ||
(gaan; karren) | ; ; | |
🔗 Ik zou niet graag in dat oude wagentje rijden dat u daar hebt! | ||
(chaufferen; vervoeren) | ||
🔗 Daarna kan ik jou naar het vliegveld rijden. |
Dutch | English |
---|---|
reden | ⇆ account; ⇆ cause; ⇆ ground; ⇆ motive; ⇆ ratio; ⇆ reason; ⇆ room; ⇆ why |
er is alle reden om | ⇆ there is every reason to |
om reden dat | ⇆ because |
om reden van | ⇆ by reason of; ⇆ on account of |
reden van bestaan | ⇆ reason for existence |
beweegreden | ⇆ motive; ⇆ ground |
drogreden | ⇆ fallacy; ⇆ sophism |
gezondheidsredenen | ⇆ considerations of health |
rede | ⇆ discourse; ⇆ oration; ⇆ rationality; ⇆ reason; ⇆ road; ⇆ roads; ⇆ roadstead; ⇆ speech; ⇆ sense |
rijden | ⇆ do; ⇆ drive; ⇆ driving; ⇆ ride; ⇆ riding; ⇆ roll; ⇆ run; ⇆ travel; ⇆ wheel; ⇆ move; ⇆ pull |