Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word pijl

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Er stond een pijl bij.
(boog; handboog)
bow and arrow
🔗 Tien van hen sprongen met pijl en boog gereed naar voren en legden aan op zijn hart.
(pijlkoker)
🔗 Tarzan haalde het zwarte dagboekje uit zijn pijlenkoker te voorschijn en gaf het aan zijn vriend.
(slangetong)
(pijlstaartvlinder)
hawk‐moth
;
🔗 Wilde kamperfoelie bloeit van juni tot september en juist in die periode vliegen ook de pijlstaarten.
(pijlstaarteend)
pintail
norda pintvostanaso
(pijlstaart)
pintail
norda pintvostanaso
(pijlstaart)
hawk‐moth

DutchEnglish
pijl arrow; bolt; dart; quarrel; shaft
als een pijl uit een boog as swift as an arrow; like a shot
nog andere pijlen op zijn boog hebben have two strings to one’s bow; have more than one string to one’s bow
pijl en boog bow and arrow
lawinepijl salute
pijlbundel bundle of arrows
pijlenbundel bundle of arrows
pijlinktvis squid
pijlkruid arrowhead
pijlpunt arrowhead
pijlsnel arrowy; dartingly; swift as an arrow
pijlstaart pintail; spinx moth; sphinx; pintail duck; stingray; hawk‐moth
pijlstaarteend pintail
pijlstaartvlinder sfinx; sfinx moth; hawk‐moth
pijltje dart
pijlvormig arrowy; arrow‐shaped
pijlwortel arrowroot