English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word dart

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
🔗 The rapier sprang up by itself, darted forward, pierced the agile body.
darts

EnglishDutch
dart aalgeer; coupe‐naad; figuurnaad; pijl; pijltje; schicht; schieten; spies; spiets; sprong; uitval; werpen; werpspies
dart at aanvliegen op; afvliegen op
dart away wegschieten
dart down neerschieten
dart in naar binnen stormen; naar binnen vliegen
dart off wegschieten
dart on losstormen op
dart out naar buiten stormen
dart past voorbijsnellen
dart up opvliegen
darts darts; pijltjesgooien; vogelpik