Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word oorring

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
earring
(hengsel)
🔗 Hij vond wat bordjes en kopjes zonder oor, maar geen geld.
🔗 In hun oren dreunt nog het orgel.
🔗 Toen hij zijn oor bij de opening bracht, kon hij duidelijk de stem van heer Ollie horen.
🔗 Ze gaf hem de ring.
(band);
🔗 Toen nam hij de kleine cilinder met de rode ringen uit zijn zak, en controleerde die ook.

DutchEnglish
oorring earring
oor ear; handle; lug; lughole; dog’s‐ear
ring band; belt; circle; circlet; collar; girdle; hoop; prize‐ring; ring