Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word oorrand
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
helix | ||
(hengsel) | ||
🔗 Hij vond wat bordjes en kopjes zonder oor, maar geen geld. | ||
🔗 In hun oren dreunt nog het orgel. | ||
🔗 Toen hij zijn oor bij de opening bracht, kon hij duidelijk de stem van heer Ollie horen. | ||
(zoom) | ; welt | |
🔗 Aan de rand van de oase hielden ze stil. | ||
(lijst) | ; ferrule ; fret | |
(lijst; richel) | listel ; fillet | |
(kant; marge) | ||
(buitenkant; periferie) | periphery | |
🔗 Natuurlijk, dat kost dan 150 rand. | ||
; ; ; ; edging ; fringe ; ; ; verge | ||
🔗 Hij ging op de rand van het bed zitten en verwijderde haastig zijn laarzen. | ||
(zelfkant) | ; |
Dutch | English |
---|---|
oor | ⇆ dog’s‐ear; ⇆ ear; ⇆ handle; ⇆ lug; ⇆ lughole |
rand | ⇆ band; ⇆ belt; ⇆ binding; ⇆ border; ⇆ brim; ⇆ brink; ⇆ brow; ⇆ edge; ⇆ edging; ⇆ fretwork; ⇆ fringe; ⇆ ledge; ⇆ limb; ⇆ lip; ⇆ marge; ⇆ margin; ⇆ outskirt; ⇆ outskirts; ⇆ rand; ⇆ ridge; ⇆ rim; ⇆ verge; ⇆ shelf; ⇆ skirt; ⇆ welt |