Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word nabijkomen
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
| (nader treden) | ; come close | |
🔗 Het einde van alle dingen is nabijgekomen. | ||
🔗 Dat komt dan op € 108,16. | ||
🔗 Maar stil, wie komt daar? | ||
| (klaarkomen) | ||
🔗 „Ik kom” schreeuwt hij en meteen spuit hij zijn zaad in haar kut. | ||
🔗 En daar kwam de klap. | ||
🔗 De wind kwam uit het westen. | ||
| (dichtbij) | ; ; | |
| (dicht bij; omtrent) | close to ; | |
🔗 Daarna keerde hij terug naar Duitsland en vestigde zich nabij zijn geliefde Göttingen. | ||
🔗 En daar kon men mij vertellen dat heer Olivier nog een nabij familielid heeft. | ||
| (dichtbij) | ; ; | |
🔗 Politie heeft campinggasten begeleid naar het nabije stadje Brežice. | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| nabijkomen | ⇆ approach; ⇆ approximate; ⇆ come close; ⇆ come close to; ⇆ come near; ⇆ come near to |
| komen | ⇆ call; ⇆ call for; ⇆ come; ⇆ come along; ⇆ get; ⇆ amount |
| nabij | ⇆ approximate; ⇆ close; ⇆ near; ⇆ near by; ⇆ nearby; ⇆ nigh; ⇆ close to; ⇆ near at hand |