Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word levensdoel

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
aim in life
vivocelo
🔗 Toen hij eenmaal een mooi levensdoel gevonden had, liet heer Bommel er geen gras over groeien.
(bestemming; doeleinde; doelstelling; oogmerk); ; ; ; ; ; ; ;
🔗 Het doel is om uiteindelijk een wolf te fotograferen.
(goal)
(bedoeling; plan; toeleg); ;
🔗 Zijn doel is aan de macht blijven.
(doelwit);
🔗 Toen kwam Kaa, recht op zijn doel af, vlug en begerig om te doden.
🔗 Over vijf minuten gaan wij dit doel onder vuur nemen.
🔗 Leve de koningin!
🔗 De Russische leider leeft in een andere werkelijkheid.
🔗 Het leven ligt voor je!
🔗 Wees blij dat u nog leeft!
(geraas; kabaal; lawaai; rumoer);
🔗 Van het concert des levens krijgt niemand een program.
🔗 Er zat beslist weinig leven meer in de man.

DutchEnglish
levensdoel aim in life; aim of life
doel aim; bourn; butt; design; end; goal; mark; object; objective; purpose; target; destination; turn
leven animation; animus; din; exist; jazz; noise; life; live; living; racket; subsist; vitality