Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word laagfrequent

Dutch	English (translated indirectly)	Esperanto
frequent (veelvuldig)	frequent	ofta
frequent (dikwijls; vaak; veelvuldig)	frequently	ofte
🔗 Na 1928 begon hij frequenter te publiceren.
laag	low	basa
laag (gemeen; laaghartig; schunnig; vuig; onedel)	base ; low ; vile ; ignoble ; mean ; sordid	malnobla
🔗 Waar vind ik dit lage wezen dat ik wil vernietigen?
laag	low	malalta
🔗 In het noorden zagen ze lage, met sneeuw bedekte heuvels.
laag	stratum	stratumo
laag	layer ; bed ; stratum	tavolo
🔗 Een hogere laag wolken bedekte de sterren.
laag	low	malalta
🔗 Dat is het laagste aantal sinds 1988.

Dutch	English
laagfrequent	⇆ low‐frequency
frequent	⇆ frequent; ⇆ frequently
laag	⇆ abject; ⇆ base; ⇆ bed; ⇆ bedding; ⇆ coat; ⇆ coating; ⇆ couch; ⇆ course; ⇆ deposit; ⇆ filthily; ⇆ filthy; ⇆ foul; ⇆ ignoble; ⇆ lamina; ⇆ layer; ⇆ low; ⇆ low‐minded; ⇆ low‐pitched; ⇆ low‐slung; ⇆ mean; ⇆ miscreant; ⇆ ply; ⇆ sordid; ⇆ vile; ⇆ villainous; ⇆ shallow; ⇆ shelf; ⇆ stratum; ⇆ streak; ⇆ basely; ⇆ meanly; ⇆ ambush; ⇆ snare