Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word kampleider

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(gevecht; treffen);
combat
🔗 Maar vreemde geruchten deden in het kamp de ronde.
(kampement);
encampment
🔗 Toen vond hij het kamp van de rovers.
🔗 De twee kampen staan nog steeds lijnrecht tegenover elkaar als het gaat om de status van Noord‐Ierland.
(légeren)
be encamped
; ;
camp out
;
lie encamped
🔗 Heer Bommel had het plan opgevat om te gaan kamperen en omdat alleen zijn remmend werkt op de geest, terwijl het bovendien prettig is wanneer men sommige werkzaamheden aan anderen kan overlaten, had hij ook Tom Poes uitgenodigd.
(voorman)
🔗 Deze zevende man―dat was wel duidelijk―was de leider van het geheel.
duct
(aanvoerder; baas; chef; hoofd; hoofdman); ; ; ;
🔗 Nu was hij de echte leider van het avontuur geworden.

DutchEnglish
kampleider camp leader
kamp camp; combat; compound; contest; encampment; fight; struggle
kamperen bivouac; camp; camp out; camping; encamp; pitch; tent; be encamped; lie encamped
leider boss; captain; chief; conductor; director; executive; guide; head; kingpin; leader; manager; moderator; protagonist; spearhead