Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word kaarsboom
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
candlenut tree | ||
🔗 Bomen of banken stonden er niet. | ||
(baar; paal; schacht; schaft; spijl; staaf; stang) | ; ; | |
🔗 Hij zag de rood‐witte bomen al. | ||
🔗 Uit de cijfers blijkt ook dat de boom van de huizenmarkt alleen maar toe lijkt te nemen. | ||
🔗 Hij bracht kaarsen en een blad vol borden. | ||
candela ; candlepower | ||
🔗 In Moskou, dichtbij het Kremlin, zijn bloemen gelegd en kaarsen aangestoken voor de overleden Evgeni Prigožin, baas van huurlingenleger Wagner. |
Dutch | English |
---|---|
kaarsboom | ⇆ candlenut tree |
boom | ⇆ bar; ⇆ beam; ⇆ boom; ⇆ tree; ⇆ punting‐pole; ⇆ barrier; ⇆ shaft; ⇆ pole |
kaars | ⇆ candle; ⇆ taper |