Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word in verwarring raken
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
in verwarring raken (in verwarring geraken) | get confused | |
(worden) | ||
🔗 Het huis raakte stampvol. | ||
(aangaan; betreffen; gaan om) | ||
(halen; treffen) | ; ; | |
🔗 Ze hebben de opslagplaats geraakt. | ||
be tangential to ; brush with | tanĝi | |
🔗 Ze trokken verder tot ze in de verre verte de zee de horizon konden zien raken. | ||
(geraken) | end up | |
🔗 De kar ratelde voort met een aardig vaartje, maar Reith wist dat hij geen kans had door de poort te raken. | ||
(treffen) | ; | |
🔗 Een druppel raakte hem op zijn schouder en brandde als een gloeiende kool. | ||
(verwardheid) | confusion ; disarray | |
🔗 Het was duidelijk dat ze van de verwarring wilden profiteren. | ||
(janboel; wanorde) | confusion ; disorder ; ; |
Dutch | English |
---|---|
in verwarring raken | ⇆ get confused |
raken | ⇆ affect; ⇆ catch; ⇆ concern; ⇆ get; ⇆ hit; ⇆ impact; ⇆ impinge on; ⇆ impinge upon; ⇆ reach after; ⇆ reach at; ⇆ touch; ⇆ strike |
verwarring | ⇆ chaos; ⇆ confusion; ⇆ derangement; ⇆ disarrangement; ⇆ disarray; ⇆ discomfiture; ⇆ discomposure; ⇆ disorder; ⇆ distraction; ⇆ disturbance; ⇆ embarrassment; ⇆ embroilment; ⇆ entanglement; ⇆ fluster; ⇆ foul‐up; ⇆ hurry‐scurry; ⇆ imbroglio; ⇆ misrule; ⇆ mixed‐up; ⇆ muddle; ⇆ mystification; ⇆ perturbation; ⇆ puzzlement; ⇆ turmoil; ⇆ flat spin; ⇆ tangle; ⇆ trouble; ⇆ upset; ⇆ whirl |