Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word eer bewijzen aan
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(aantonen; demonstreren) | demonstrate | |
🔗 Ik sta erop dat u mij de eerbied bewijst die een geestelijke toekomt. | ||
(aantonen; staven) | ||
🔗 Ik zal het je bewijzen! | ||
(ere) | ||
🔗 Dit gaat niet om geld maar om de eer! | ||
(aleer; alvorens; voor; vooraleer; voordat) | ||
🔗 Hoelang zal het duren eer ze hier zijn? | ||
(liever) | preferably | |
(liefst; liever; veeleer) | ||
(ere) | ||
🔗 Het is mij een eer u te ontmoeten. |
Dutch | English |
---|---|
eer bewijzen aan | ⇆ salute |
bewijzen | ⇆ approve; ⇆ argue; ⇆ aver; ⇆ be evidential of; ⇆ demonstrate; ⇆ establish; ⇆ evidence; ⇆ evince; ⇆ make good; ⇆ make out; ⇆ prove; ⇆ vindicate; ⇆ show; ⇆ confer upon; ⇆ render |
eer | ⇆ afore; ⇆ before; ⇆ credit; ⇆ ere; ⇆ glory; ⇆ honour; ⇆ honours; ⇆ kudos; ⇆ rather; ⇆ sooner |