Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word een datum prikken

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(dagtekening; datering)
🔗 Wat was de datum, zei je?
(porren; pikken; priemen; steken); ;
puncture
;

DutchEnglish
een datum prikken set a date
datum date
prikken pin; prick; prickle; prod; puncture; sting; spike; clock in; clock out; tack; set